Pagina's

zondag 22 november 2009

Bibliotheekinstructie Honoursstudenten Psychologie

Afgelopen vrijdag heb ik een bibliotheekinstructie gegeven aan de eerstejaars Honoursstudenten Psychologie. Normaal gesproken krijgen studenten psychologie pas later in het jaar uitleg over de (digitale) bibliotheek in hun academische vaardighedenonderwijs, maar omdat deze studenten naast hun gewone curriculum het honoursprogramma volgen waarvoor ze essay's moeten schrijven was een extra instructie nodig.

De opdracht was simpel; leer de studenten in 2 uur tijd hoe ze engelstalige artikelen kunnen vinden op hun vakgebied (de rest komt later wel). Omdat het Honoursprogramma Reductionisme en Psychologie ook aandacht besteedt aan de grensdisciplines van de Psychologie heb ik in dit college meer de nadruk gelegd op het zelfredzaam maken van de studenten in de (digitale) bibliotheekomgeving.

Slides 1 tot en met 10: Aan bijna alle bibliotheeksystemen ligt dezelfde structuur ten grondslag. Als je snapt wat een systeem kan, is het vooral nog een kwestie van zoeken hoe dit vervolgens moet. In de openingsscene van de Ghostbustersfilm zie je hoe de cataloguskaartjes uit een bibliotheekkast vliegen (de nachtmerrie van een van mijn collega's in 1984.. niet vanwege de spoken, maar vooral vanwege het werk dat met dit systeem gepaard ging).


Toen de computer ten tonele kwam, was de ouderwetse bibliotheekkast de basis voor de bibliotheeksystemen zoals wij ze nu kennen. Deze computersystemen maakten het zoeken in vele opzichten makkelijker, maar leverden destijds ook wat nieuwe problemen (en oplossingen) op. De elementen die bijna alle systemen van nu nog met elkaar gemeen hebben zijn:
  • De thesaurus; als oplossing voor het gebruik van verschillende woorden voor hetzelfde begrip
  • Wildcards en truncatie: als hulpmiddel voor het omzeilen van spellingsvarianten
  • Het gebruik van Booleaanse logica om zoekelementen met elkaar te combineren
Na deze introductie mochten de studenten aan de slag met een zoekopdracht in PsycINFO en ter ondersteuning ontvingen zij cheat sheets om bovenstaande elementen makkelijker terug te vinden.

Slides 11 tot en met 14: Als je literatuur zoekt doe je dat meestal met een bepaald doel in je achterhoofd. Je wilt inspiratie opdoen, meer vinden naar aanleiding van een interessant artikel voor je essay of je zoekt literatuur die past bij je probleemstelling die je bedacht hebt voor je these. Afhankelijk van dit soort vragen is het handig om op bepaalde plekken (en met behulp van bepaalde zoekstrategieen) te gaan zoeken.

Slides 15 tot en met 18: bieden aanknopingspunten bij het selecteren van verschillende vakinhoudelijk databases (bibliografieen). Onze digitale bibliotheekinterface biedt namelijk een voorselectie van dit soort bronnen. Een handige algemene bibliografie voor het vinden van engelstalige artikelen is Web of Science. Het mooie van WoS is dat het met name geschikt is als je al een goed artikel hebt en je nieuwsgierig bent wie naar dit artikel  refereert. Met deze citaties kan je vaak snel relevante en recente literatuur vinden. Ook kan je in Web of Science tegenwoordig heel erg makkelijk informatie vinden over de Impact Factor die een indicatie geeft van de kwaliteit van een tijdschrift. Een andere bibliografie die zeker de moeite van het vermelden waard is, is Pubmed. Dit is een medische database die vrij toegankelijk is en het veel makkelijker maakt om naar (biomedische) literatuur zoeken.

Slides 20 tot 30: Tot slot kwam zoeken op internet en dan vooral Google Scholar aan bod. Google Scholar's onstaansgeschiedenis is anders dan die van bibliotheeksystemen en beiden hebben voor en nadelen. Het helpt als je hierop bedacht bent en daar rekening mee houdt tijdens het zoeken.

In verband met slechte leesbaarheid:
Slide 23: Vergelijking bereik Google Scholar per vakgebied; Y-as: Percentage gevonden in steekproef in Google Scholar, X-as: Humanities, Social Sciences, Education, Business, Science and Medicine, Multidisciplinary.
Slide 24: Vergelijking bereik Google Scholar per tijdsperiode: Y-as: Percentage gevonden in steekproef in Google Scholar, X-as: 2004, 2000, 1990, 1960-1980 (English Only), Pre-1960 (English Only)

Overigens zijn de gegevens uit Slide 23 en 24 afkomstig uit een onderzoek dat gepubliceerd is in 2006, dus of deze percentages nu nog gelden durf ik niet te zeggen.

NB: Ik heb tijdens het bespreken van de opdrachten uiteraard ook aandacht besteed aan de daadwerkelijke interface en wat je waar vindt. Maar dat zie je niet terug in de powerpointpresentatie ;-)

Referenties:
Gebruikte literatuur over Google Scholar: http://delicious.com/jannekestaaks/google

dinsdag 17 november 2009

Blogkermis: Welke criteria hanteren bibliobloggers voor kwaliteit van hun eigen informatie?


Vanochtend verwees Dymphie naar bovenstaande tweet met de opmerking dat dit een mooi onderwerp zou zijn voor een blogkermis*. Helemaal mee eens, dus bij deze neem ik de zuurstok aan!

Tijdens het geven van instructies** is de kwaliteit van de bronnen die de studenten gebruiken vaak een terugkerend item. En ik probeer ook zelf in mijn blogposts me zo goed mogelijk in te lezen en vervolgens zoveel mogelijk te verwijzen naar mijn bronnen. Maar een reactie van Eric Sieverts op een tweet van mij over politiebronnen.nl herinnerde me eraan dat ook ik niet altijd even goed kijk als ik bronnen het web op slinger. Ik riep namelijk heel enthousiast; Goed bezig, die politie! En dat mocht ik op dat moment niet zeggen omdat ik dat op basis van de beschikbare informatie helemaal niet wist (een latere check op IP adres bleek dat het van Linneausstraat 111 afkomstig was). Nu is twitter iets anders dan bloggen maartoch... hoe gaat dat bij jullie? Checken jullie je bronnen? Gaan jullie af op gezag? Gaan jullie nog verder dan dat? Of juist helemaal niet?

De spelregels voor deze kermis:
  • Schrijf een blogpost die de vraag van @bartvandermeij beantwoordt of er in ieder geval aan het onderwerp raakt.
  • Doe dit voor 15 december 2009
  • Laat mij vervolgens weten dat je dat gedaan hebt, en waar dat dan staat (mail, twitter of plaats een reactie in dit blog. Geen blog? Je mag me ook mailen, dan plaats ik het wel in dit blog, uiteraard onder je eigen naam)
Als ik alles binnenheb zal ik mijn best doen om voor de feestdagen een mooie samenvatting over deze winterkermis schrijven. Dan rest mij nog om te zeggen, succes, fijne sinterklaas alvast en ik ben heel benieuwd naar jullie reacties.

Eindoverzicht (toegevoegd 17 December 2009)

Foto: Rustman
* Niet bekend met het begrip blogkermis? Zie www.biblioblogs.nl voor uitleg en een overzicht van andere Nederlandse bibliobloggers die een kermis georganiseerd hebben.
** De instructie waar ik naar verwijs komt uit de webcursus van de UB VU waar ik tot Juli 2009 gewerkt heb.

maandag 16 november 2009

AP deel 1; Approval Plan voor Dummies

Sinds ik op de UvA werk (nu iets meer dan 4 maanden) ben ik ook terecht gekomen in de wondere wereld van de Approval Plans. Ik besteed er de laatste tijd veel tijd en werk aan, dus vandaar het voornemen om hier wat meer over te schrijven. Vandaag deel 1, gericht op familie, vrienden, klanten en ex-collega's die niet zo thuis zijn in de Approval Plan terminologie, zodat zij me de komende blogposts ook nog kunnen volgen.

Wat zijn Approval Plans? Een Approval Plan is een geautomatiseerde manier om boeken te selecteren (en dus te bestellen). Waar een vakreferent vroeger handmatig alle foldertjes van de uitgever doorwerkte, maakt de UvA FMG informatiespecialist van nu een lijst onderwerpscodes (het collectievormingsprofiel) die aansluiten bij het onderwijs en onderzoek dat er binnen de faculteit gedaan worden.

Wat moet je je voorstellen bij die codes? In het geval van de UvA maken wij gebruik van de Dewey Decimal Classification. De DDC bestaat uit een boomstructuur met 10 hoofdcategorieen, die zich erna weer laat onderverdelen in specifiekere subvelden.

000 – Computer science, information; general works
100 – Philosophy and psychology
200 – Religion
300 – Social sciences
400 – Language
500 – Science (including mathematics)
600 – Technology
700 – Arts and recreation
800 – Literature
900 – History, geography, and biography

Naarmate je dieper in de takken van deze boomstruktuur gaat zitten, wordt het onderwerp ook specifieker en komen er meer cijfertjes achter die punt. Bijvoorbeeld; 370 staat voor Education, 370.7 voor Education, research, related topics.

Na het maken van het collectievormingsprofiel, gaat dit naar 1 Leverancier (bij ons Blackwell) en zij sturen ons vervolgens boeken die voldoen aan het profiel. Deze leverancier haalt de boeken weer bij de diverse uitgevers, o.a. ook degenen van wie wij vroeger de foldertjes ontvingen.

Bij een gedeelte van de DDCcodes hebben we tegen de leverancier gezegd dat we eerst meer informatie willen ontvangen (slip) en de boeken die deze codes hebben worden pas opgestuurd als wij ze goedgekeurd hebben. Dat wil dus zeggen dat we niet alle boeken die die code hebben ontvangen.

Waarom ben ik blij met de Approval Plans? 
  • In theorie is dit tijdsbesparend. Ik besteed minder tijd aan het doorspitten van folders en heb meer tijd om klanten te helpen. Het maken van een approval plan kost wel veel tijd. Ik persoonlijk vind dit wel veel leuker dan folders, websites etc. doorspitten. Maargoed, dat is persoonlijk.
  • Het is makkelijker om een evenwichtige collectie op te bouwen. Door het gebruik van die codes heb ik ook een beter overzicht hoeveel ik aanschaf per subgebied (oke, een doorgewinterde rot in het vak voelt dit misschien aan zijn bibliotheekwater, ikzelf vind dit lastig). Zeker ook omdat collega Hans heel veel statistieken met betrekking tot onze Approval Plans bijhoudt en verzamelt. Ik behoud het overzicht hiermee veel beter.
  • Andere voordelen zijn: kortere leveringstijd, kostenbesparing (kortingen van 15-20%), en continuïteit (bijvoorbeeld bij langdurige ziekte van een informatiespecialist of als er van baan gewisseld wordt).
Foto: de Bibliotheekcollectie in de Bushuisbibliotheek

woensdag 11 november 2009

Ben er weer!

Het is even rustig geweest op dit blog. Dat kwam omdat ik de afgelopen weken 'op vakantie' ben geweest. Eerst naar Geneve, toen 2 weken op katten passen in Amsterdam en toen nog een weekendje weg in Nederland. Tijdens de periode in Amsterdam ben ik wel gewoon naar mijn werk geweest, maar s'avonds heb ik het web maar gelaten voor wat het was. Nee.. dat kwam niet voort uit zelfbeheersing, dat kwam door 2 lieve katten die mij er vol enthousiasme aan herinnerden dat ik daar was om voor hèn te zorgen, en niet voor die computer. In ploegendienst kreeg de escapetoets kopjes, werd het scherm geknuffeld en het toetsenbord als drukpuntenmassageapparaat gebruikt.


Kater Peer na een avond hard werken

Wat er gebeurde als de computer uitging...? Dan gingen ze voldaan een dutje doen of even lekker naar buiten...

Google Scholar en Endnote!

Instructies geven is erg leuk, zo kom je nog eens onder de mensen en het blijkt daardoor toch altijd weer een mooie schat aan informatie. Zo ook vandaag, toen de begeleidende docent mij vertelde dat het mogelijk is om je literatuur in Google Scholar te exporteren naar Endnote.

Hoe?


Door een kleine aanpassing in je 'Scholar preferences'. Deze vind je naast de Googlezoekbalk.
Onderaan in je scherm kan je bij de 'Bibliography Manager' de optie 'Show links to import citations' in een bibliografische manager naar keuze (Endnote, Reference Manager etc.) selecteren.
Als je hierna weer een zoekactie uitvoert in Google Scholar zie je ook een link die je het bestand direct laat importeren.