Pagina's

dinsdag 22 december 2009

Fijne kerst!

Vandaag is mijn laatste werkdag van dit jaar op de UvA, vandaar een persoonlijke kerstgroet van mij in de vorm van dit filmpje*.



Mocht je vandaag nog in de buurt zijn van de Pierson Révész Bibliotheek; kom dan vooral langs voor een lekker stukje Lemon Merengue verjaardagstaart. Gisteren heb ik in de Bushuisbibliotheek al getrakteerd op Monchou verjaardagstaart. Donderdag ben ik trouwens echt jarig; dan word ik 31!

Fijne Feestdagen en alvast een gelukkig 2010 toegewenst!

Janneke

* het filmpje is gemaakt in mijn vorige huis in Eindhoven. Wij hadden ipv een kerststal een caviastal en cavia Dunya (van mijn zusje, die toen tijdelijk bij mij woonde) vond het helemaal geweldig.

woensdag 16 december 2009

Blogkermis met Kwaliteit?

Het is misschien koud buiten, maar ik krijg het lekker warm van binnen op het moment dat ik als kermisexploitant een rondje wandel over de Winterkermis die ik 17 november gestart ben en die ik vanavond afsluit. (Het thema van deze kermis was geinspireerd door de vraag: 'Welke criteria hanteren bibliobloggers voor kwaliteit van hun eigen informatie?')

Ik krijg dat warme gevoel omdat we als bibliobloggers niet alleen de 'klassieke' kwaliteitseisen hanteren zoals wij die ooit geleerd hebben, maar ook omdat de meesten van ons vertrouwen op elkaar. De rol van (de autoriteit van) ons (online) sociale netwerk wordt vaak aangestipt en dat is een element dat ik niet terugvind in de bronnen waar naar verwezen wordt (Bijv: hier, hier, hier, en eigenlijk ook hier).

Maargoed, genoeg gekletst (sorry.. ik word altijd een beetje sentimenteel rond deze tijd van het jaar). Laat ik jullie eens een rondleiding geven over onze kermis;

Onze eerste attractie is een attractie die ook de rest van het jaar goed bezocht wordt. Edwin van de Zeeuwse Bibliotheek opende de kermis waarin hij ons een blik gunde in zijn gedachtengang over dit onderwerp.

In haar charmante kraampje merkt Biebbabe op dat het controleren van bronnen voor de meeste bibliobloggers zo ingeburgerd is, dat dit tijdens het bloggen in principe geen probleem zou moeten zijn. Ik denk dat ze daar gelijk in heeft. Je leest tussen de regels door bij de bibliobloggers op deze kermis, dat ze hun blogs naar eer en geweten proberen te vullen.

Dannielle (Blogparty) onderstreept dat nog eens met haar attractie, door een anecdote te leveren waarin iets dat voor haar 'gevoelsmatig' is, voor de studenten aan wie ze lesgeeft toch helemaal niet zo vanzelfsprekend is.

Als we verder lopen zien we Jan Klerk in zijn tent zitten als de man met de drie gezichten. Iedere gedaante heeft een andere aanpak met betrekking tot kwaliteit..

Naast Jan zijn tent treffen we Dymphie aan, die aangeeft dat ze misschien geen waarzegster is (haar blog dient vooral als persoonlijk aantekeningenboekje) maar dat ze zeker niet aan volksmisleiding doet. Zeker de moeite van een kijkje waard dus.

Tot slot kon ik het toch niet nalaten om zelf ook nog een tentje op te zetten. Ik keek in mijn tentje kritisch naar 'fouten' die ik zelf maak, waaronder het gebruik maken van je netwerk en de autoriteit van de leden in je netwerk op je vakgebied. Desondanks moet ik toch toegeven dat ik toch een warm gevoel kreeg van het feit dat we kennis delen en op elkaar vertrouwen als sociaal filter in een wereld waarin er ontzettend veel informatie op ons afkomt. We zijn immers niet zomaar een sociaal filter; we zijn een sociaal filter dat bestaat uit elementen die -naar mijn mening- toch heel kritisch naar hun bronnen kijken.

Fijne Feestdagen!

Fotos:
- Gluhwein van Flamesplash
- Reuzerad (Winterland Maastricht) Gyst
- Kerstboom op de schaatsbaan (Winterland Maastricht) Wwiliamm

vrijdag 11 december 2009

Kerst in de Pierson Révész Bibliotheek

In de Pierson Révész Bibliotheek zit de stemming er al goed in met de feestdagen.

Rond Sinterklaas hebben we bakjes met strooigoed door de bibliotheek verspreid en kwam zelfs onze favoriete goedheiligman.. eh ik bedoel ex-collega langs met chocoladeletters. Op vrijdag 4 december liet een anonieme collega een chocolade kikkertje achter op alle bureau's (Herman's reactie -'Janneke, als je 'm zoent wordt het misschien wel een prins'- leidde tot een dilemma mijnerzijds, want kiezen tussen chocolade of een prins is niet makkelijk als je een Janneke bent).

En toen ik afgelopen donderdag de Pierson Révész Bibliotheek inliep stond deze mooie kerstboom bovenaan de trap.Wij konden natuurlijk niet achterblijven en hebben het mini-conifeertje in onze kamer ook opgetuigd met mini-kerstballetjes. Het feestdagengevoel was helemaal compleet toen Elbert vandaag hele lekkere verjaardags oliebollen had meegenomen.

Fijne Feestdagen iedereen!

donderdag 10 december 2009

Wat er foutgaat als ik mijn bronnen check

Blogkermis: Welke criteria hanteren bibliobloggers voor kwaliteit van hun eigen informatie?

Nu ik de reacties lees van andere bibliobloggers, begint het ineens ook bij mij te kriebelen. Dus mag ik daar toch nog wat over zeggen?



Ik denk namelijk dat ik ontzeeettend goed mijn bronnen etc. check. Ik probeer per slot van rekening toch al een paar jaar studenten te leren dat goed te doen en kan flink veel tijd besteden aan het zoeken van wetenschappelijke literatuur om mijn mijn blogposts te onderbouwen (mijn opvatting van 'kwaliteit' hangt nauw samen met mijn vorige beroep als wetenschapper; als iemand het elegant verwoordt, het bij voorkeur onderbouwd met een elegant experiment in een peer-reviewed tijdschrift, dan is dat wat mij betreft kwaliteit). Maar als ik kritisch kijk naar mijn output.. ja.. dat verschilt soms toch nog van het beeld in mijn eigen hoofd.
Een paar van mijn 'zwakkere punten':

The bandwagon effect: iets aanzien voor kwaliteit simpelweg omdat de rest dat ook vindt. Tuurlijk, mijn sociale netwerk levert me veel interessante tips op en bepaalde mensen zie ik echt wel als autoriteit op mijn vakgebied. Maar mensen kunnen ongelijk hebben (hoelang heeft de mensheid gedacht dat de aarde plat was?... juist). Ik mag best kritischer zijn..

De conformation bias: de neiging om naar informatie te zoeken die mijn eigen mening bevestigt. Dat wordt pas echt evident op het moment dat ik tegen informatie aanloop die dat niet doet. Dan ga ik pas echt hardcore bronnen checken om te zien of het echt wel klopt. Waarom doe ik dat niet zo serieus als ik het eens ben met datgene wat er staat? Bijvoorbeeld: toen ik literatuur zocht over de Journal Impact Factor een paar blogposts geleden, ben ik snel genoeg gestopt met zoeken nadat ik een aantal artikelen gevonden had die de nadelen van de JIF bespraken, ondanks dat dit oude bronnen waren. Maar deze bronnen bevestigden wat ik toch al dacht, en deden dat bovendien op hele elegante wijze.

Selection bias: De manier waarop ik mijn informatie verzamel is allesbehalve systematisch en objectief. Dat is misschien wat vreemd, juist omdat ik de systematische manier van zoeken naar literatuur die bij Evidence Based Medicine/Practice helemaal geweldig vind. Maar dat doe ik zelf niet. Ik lees vooral datgene waar ik toevallig tegenaan loop, op de plekken waar ik altijd al kom. Dat komt deels omdat ik moeite heb een goede database te vinden waarin al mijn vakliteratuur zich bevindt, en deels omdat ik beperkt wordt door de hoeveelheid tijd die ik kan besteden aan een literatuurzoektocht (voor klanten is natuurlijk een ander verhaal; want dat is mijn werk).

Toch.. wil ik beargumenteren dat dit niet altijd even erg is. Het bibliotheekvak (en vele andere vakgeken) is een vak waar geen absolute waarheid of allerbeste manier van doen bestaat. In de geneeskunde is het vinden van de beste bronnen op je vakgebied (letterlijk) van levensbelang. Maar in ons vak is dat in veel mindere mate het geval. Zowieso omdat dit vak dat een vele pragmatischere insteek vraagt; namelijk de klant gelukkig maken binnen een bepaalde hoeveelheid aan geld en tijd (waarbinnen het ook lastig is om te meten wat de 'beste' methode is). Verder ben ik me uiteraard weldegelijk bewust van mijn fouten en doe ik heus wel mijn best om naar eer en geweten mijn bronnen te selecteren.

Laten we het volgende afspreken, als je mij in de toekomst nog eens een denkfout ziet begaan, vertel me dat dan! Ik hou namelijk best wel van een kritische mening plus discussie, zelfs als die niet gestaafd wordt door elegante experimenten om het geheel te onderbouwen. Dan beloof ik dat ook bij jou te doen en houden we elkaar zo scherp ;-)

NB. bovenstaande biases komen met name uit de besliskundeliteratuur; een mooi basisboek over dit onderwerp is bijvoorbeeld: ‘Thinking and deciding’ (2008) from J. Baron
Photo: by Franco Folini

Brug tussen Praktijk en Theorie

Het Nederlands Jeugd Instituut timmert al een hele tijd flink aan de weg wat betreft de informatievoorzieningen op hun website, en dat wist ik ook wel. Als ik heel eerlijk ben, moet ik toegeven dat ik lijd aan een Engelstalige artikelen bias in mijn eigen zoekgedrag, en dat is niet heel handig als een gedeelte van mijn klanten literatuur zoekt (waaronder ook rapporten, boeken en websites) over de nederlandse (praktijk)situatie... want klant is koning, toch? Dus bij deze bleek de laatste bijeenkomst van de werkgroep Sociaal-Wetenschappelijke Informatie een goede educatie voor mij. Uiteraard is Picarta een hele goede bron voor dit soort informatie, maar de site van het Nederlands Jeugd Instituut biedt nog een paar mooie extra's die erg handig zijn op het moment dat je naast wetenschappelijk internationaal onderzoek, ook meer wilt weten over de praktijk in Nederland met daarbij informatie over cijfers, beleid, wetgeving etc.

De Jeugdthesaurus
Een soort van begrippenlijst die ik ook voor de bewuste bijeenkomst wel vaker gebruikte op het moment dat ik worstelde met Nederlandstalig jeugdzorg jargon. Heel erg makkelijk als je een zoekactie wilt uitbreiden op het moment dat je bijvoorbeeld niets kan vinden in Picarta of op internet.

De Dossiers
In de dossiers wordt relevante, actuele kennis over een groot aantal onderwerpen (bijv.  ADHD, Delinquentie, Depressie, Media-opvoeding, Effectiviteit van jeugdinterventies) gebundeld en regelmatig bijgewerkt. Dus in een hele korte tijd kan je hiermee heel snel de huidige stand van zaken over een bepaald onderwerp vinden. Je vindt er vaak cijfers (van bijvoorbeeld het Cultureel Planbureau), informatie over interventies en een selectie van achtergrondliteratuur.


Databanken

- Databank effectieve jeugdinterventies: Deze databank bevat informatie over programma's voor ondersteuning, preventie, behandeling en sancties in de jeugdzorg. Het mooie van deze databank vind ik dat de interventies door een onafhankelijke commissie beoordeeld worden (op dit moment nog vooral op het criteria 'goed theoretisch onderbouwd', maar dat zal in de toekomst nog uitgebreid worden)

- Databank nederlands onderzoek jeugd en opvoeding
Het is vaak lastig om in bronnen als ERIC en PsycINFO te achterhalen welk onderzoek er nu specifiek gedaan wordt naar jeugd in Nederland en door wie. In deze databank zie je een mooi overzicht van het lopende en afgesloten onderzoek.

- Databank instrumenten, richtlijnen en kwaliteitsprotocollen (DIRK)
Dit is denk ik nog wel mijn favoriete databank omdat ik het een mooie aanvulling vind op onze (pas digitaal aangeschafte) COTAN Testdatabase. De COTAN is natuurlijk essentieel als je iets wilt met testen, maar deze bron biedt nog meer informatie dan de COTAN en is bovendien vrij toegankelijk.

Bron: Presentatie van Gerd van den Berg tijdens de bijeenkomst van de werkgroep Sociaal-Wetenschappelijke Informatie, Georganiseerd door Christa Stigter van het Nederlands Jeugd Instituut

donderdag 3 december 2009

Uitgelicht: Jan bij de UvA op bezoek

Jan Klerk van de Openbare Bibliotheek in Haarlem was onlangs op bezoek bij de UvA om daar een gastcollege te geven aan studenten Culturele Informatiewetenschap.


Ik volg Jan zijn blog altijd met veel plezier maar vind het extra interessant als hij aandacht besteed aan 'onze' studenten en vervolgens ook nog eens terugrapporteert wat zij over (Openbare) Bibliotheken gezegd hebben.


Dus bij deze Jan zijn blog als Leestip! Doen hoor..

zondag 22 november 2009

Bibliotheekinstructie Honoursstudenten Psychologie

Afgelopen vrijdag heb ik een bibliotheekinstructie gegeven aan de eerstejaars Honoursstudenten Psychologie. Normaal gesproken krijgen studenten psychologie pas later in het jaar uitleg over de (digitale) bibliotheek in hun academische vaardighedenonderwijs, maar omdat deze studenten naast hun gewone curriculum het honoursprogramma volgen waarvoor ze essay's moeten schrijven was een extra instructie nodig.

De opdracht was simpel; leer de studenten in 2 uur tijd hoe ze engelstalige artikelen kunnen vinden op hun vakgebied (de rest komt later wel). Omdat het Honoursprogramma Reductionisme en Psychologie ook aandacht besteedt aan de grensdisciplines van de Psychologie heb ik in dit college meer de nadruk gelegd op het zelfredzaam maken van de studenten in de (digitale) bibliotheekomgeving.

Slides 1 tot en met 10: Aan bijna alle bibliotheeksystemen ligt dezelfde structuur ten grondslag. Als je snapt wat een systeem kan, is het vooral nog een kwestie van zoeken hoe dit vervolgens moet. In de openingsscene van de Ghostbustersfilm zie je hoe de cataloguskaartjes uit een bibliotheekkast vliegen (de nachtmerrie van een van mijn collega's in 1984.. niet vanwege de spoken, maar vooral vanwege het werk dat met dit systeem gepaard ging).


Toen de computer ten tonele kwam, was de ouderwetse bibliotheekkast de basis voor de bibliotheeksystemen zoals wij ze nu kennen. Deze computersystemen maakten het zoeken in vele opzichten makkelijker, maar leverden destijds ook wat nieuwe problemen (en oplossingen) op. De elementen die bijna alle systemen van nu nog met elkaar gemeen hebben zijn:
  • De thesaurus; als oplossing voor het gebruik van verschillende woorden voor hetzelfde begrip
  • Wildcards en truncatie: als hulpmiddel voor het omzeilen van spellingsvarianten
  • Het gebruik van Booleaanse logica om zoekelementen met elkaar te combineren
Na deze introductie mochten de studenten aan de slag met een zoekopdracht in PsycINFO en ter ondersteuning ontvingen zij cheat sheets om bovenstaande elementen makkelijker terug te vinden.

Slides 11 tot en met 14: Als je literatuur zoekt doe je dat meestal met een bepaald doel in je achterhoofd. Je wilt inspiratie opdoen, meer vinden naar aanleiding van een interessant artikel voor je essay of je zoekt literatuur die past bij je probleemstelling die je bedacht hebt voor je these. Afhankelijk van dit soort vragen is het handig om op bepaalde plekken (en met behulp van bepaalde zoekstrategieen) te gaan zoeken.

Slides 15 tot en met 18: bieden aanknopingspunten bij het selecteren van verschillende vakinhoudelijk databases (bibliografieen). Onze digitale bibliotheekinterface biedt namelijk een voorselectie van dit soort bronnen. Een handige algemene bibliografie voor het vinden van engelstalige artikelen is Web of Science. Het mooie van WoS is dat het met name geschikt is als je al een goed artikel hebt en je nieuwsgierig bent wie naar dit artikel  refereert. Met deze citaties kan je vaak snel relevante en recente literatuur vinden. Ook kan je in Web of Science tegenwoordig heel erg makkelijk informatie vinden over de Impact Factor die een indicatie geeft van de kwaliteit van een tijdschrift. Een andere bibliografie die zeker de moeite van het vermelden waard is, is Pubmed. Dit is een medische database die vrij toegankelijk is en het veel makkelijker maakt om naar (biomedische) literatuur zoeken.

Slides 20 tot 30: Tot slot kwam zoeken op internet en dan vooral Google Scholar aan bod. Google Scholar's onstaansgeschiedenis is anders dan die van bibliotheeksystemen en beiden hebben voor en nadelen. Het helpt als je hierop bedacht bent en daar rekening mee houdt tijdens het zoeken.

In verband met slechte leesbaarheid:
Slide 23: Vergelijking bereik Google Scholar per vakgebied; Y-as: Percentage gevonden in steekproef in Google Scholar, X-as: Humanities, Social Sciences, Education, Business, Science and Medicine, Multidisciplinary.
Slide 24: Vergelijking bereik Google Scholar per tijdsperiode: Y-as: Percentage gevonden in steekproef in Google Scholar, X-as: 2004, 2000, 1990, 1960-1980 (English Only), Pre-1960 (English Only)

Overigens zijn de gegevens uit Slide 23 en 24 afkomstig uit een onderzoek dat gepubliceerd is in 2006, dus of deze percentages nu nog gelden durf ik niet te zeggen.

NB: Ik heb tijdens het bespreken van de opdrachten uiteraard ook aandacht besteed aan de daadwerkelijke interface en wat je waar vindt. Maar dat zie je niet terug in de powerpointpresentatie ;-)

Referenties:
Gebruikte literatuur over Google Scholar: http://delicious.com/jannekestaaks/google

dinsdag 17 november 2009

Blogkermis: Welke criteria hanteren bibliobloggers voor kwaliteit van hun eigen informatie?


Vanochtend verwees Dymphie naar bovenstaande tweet met de opmerking dat dit een mooi onderwerp zou zijn voor een blogkermis*. Helemaal mee eens, dus bij deze neem ik de zuurstok aan!

Tijdens het geven van instructies** is de kwaliteit van de bronnen die de studenten gebruiken vaak een terugkerend item. En ik probeer ook zelf in mijn blogposts me zo goed mogelijk in te lezen en vervolgens zoveel mogelijk te verwijzen naar mijn bronnen. Maar een reactie van Eric Sieverts op een tweet van mij over politiebronnen.nl herinnerde me eraan dat ook ik niet altijd even goed kijk als ik bronnen het web op slinger. Ik riep namelijk heel enthousiast; Goed bezig, die politie! En dat mocht ik op dat moment niet zeggen omdat ik dat op basis van de beschikbare informatie helemaal niet wist (een latere check op IP adres bleek dat het van Linneausstraat 111 afkomstig was). Nu is twitter iets anders dan bloggen maartoch... hoe gaat dat bij jullie? Checken jullie je bronnen? Gaan jullie af op gezag? Gaan jullie nog verder dan dat? Of juist helemaal niet?

De spelregels voor deze kermis:
  • Schrijf een blogpost die de vraag van @bartvandermeij beantwoordt of er in ieder geval aan het onderwerp raakt.
  • Doe dit voor 15 december 2009
  • Laat mij vervolgens weten dat je dat gedaan hebt, en waar dat dan staat (mail, twitter of plaats een reactie in dit blog. Geen blog? Je mag me ook mailen, dan plaats ik het wel in dit blog, uiteraard onder je eigen naam)
Als ik alles binnenheb zal ik mijn best doen om voor de feestdagen een mooie samenvatting over deze winterkermis schrijven. Dan rest mij nog om te zeggen, succes, fijne sinterklaas alvast en ik ben heel benieuwd naar jullie reacties.

Eindoverzicht (toegevoegd 17 December 2009)

Foto: Rustman
* Niet bekend met het begrip blogkermis? Zie www.biblioblogs.nl voor uitleg en een overzicht van andere Nederlandse bibliobloggers die een kermis georganiseerd hebben.
** De instructie waar ik naar verwijs komt uit de webcursus van de UB VU waar ik tot Juli 2009 gewerkt heb.

maandag 16 november 2009

AP deel 1; Approval Plan voor Dummies

Sinds ik op de UvA werk (nu iets meer dan 4 maanden) ben ik ook terecht gekomen in de wondere wereld van de Approval Plans. Ik besteed er de laatste tijd veel tijd en werk aan, dus vandaar het voornemen om hier wat meer over te schrijven. Vandaag deel 1, gericht op familie, vrienden, klanten en ex-collega's die niet zo thuis zijn in de Approval Plan terminologie, zodat zij me de komende blogposts ook nog kunnen volgen.

Wat zijn Approval Plans? Een Approval Plan is een geautomatiseerde manier om boeken te selecteren (en dus te bestellen). Waar een vakreferent vroeger handmatig alle foldertjes van de uitgever doorwerkte, maakt de UvA FMG informatiespecialist van nu een lijst onderwerpscodes (het collectievormingsprofiel) die aansluiten bij het onderwijs en onderzoek dat er binnen de faculteit gedaan worden.

Wat moet je je voorstellen bij die codes? In het geval van de UvA maken wij gebruik van de Dewey Decimal Classification. De DDC bestaat uit een boomstructuur met 10 hoofdcategorieen, die zich erna weer laat onderverdelen in specifiekere subvelden.

000 – Computer science, information; general works
100 – Philosophy and psychology
200 – Religion
300 – Social sciences
400 – Language
500 – Science (including mathematics)
600 – Technology
700 – Arts and recreation
800 – Literature
900 – History, geography, and biography

Naarmate je dieper in de takken van deze boomstruktuur gaat zitten, wordt het onderwerp ook specifieker en komen er meer cijfertjes achter die punt. Bijvoorbeeld; 370 staat voor Education, 370.7 voor Education, research, related topics.

Na het maken van het collectievormingsprofiel, gaat dit naar 1 Leverancier (bij ons Blackwell) en zij sturen ons vervolgens boeken die voldoen aan het profiel. Deze leverancier haalt de boeken weer bij de diverse uitgevers, o.a. ook degenen van wie wij vroeger de foldertjes ontvingen.

Bij een gedeelte van de DDCcodes hebben we tegen de leverancier gezegd dat we eerst meer informatie willen ontvangen (slip) en de boeken die deze codes hebben worden pas opgestuurd als wij ze goedgekeurd hebben. Dat wil dus zeggen dat we niet alle boeken die die code hebben ontvangen.

Waarom ben ik blij met de Approval Plans? 
  • In theorie is dit tijdsbesparend. Ik besteed minder tijd aan het doorspitten van folders en heb meer tijd om klanten te helpen. Het maken van een approval plan kost wel veel tijd. Ik persoonlijk vind dit wel veel leuker dan folders, websites etc. doorspitten. Maargoed, dat is persoonlijk.
  • Het is makkelijker om een evenwichtige collectie op te bouwen. Door het gebruik van die codes heb ik ook een beter overzicht hoeveel ik aanschaf per subgebied (oke, een doorgewinterde rot in het vak voelt dit misschien aan zijn bibliotheekwater, ikzelf vind dit lastig). Zeker ook omdat collega Hans heel veel statistieken met betrekking tot onze Approval Plans bijhoudt en verzamelt. Ik behoud het overzicht hiermee veel beter.
  • Andere voordelen zijn: kortere leveringstijd, kostenbesparing (kortingen van 15-20%), en continuïteit (bijvoorbeeld bij langdurige ziekte van een informatiespecialist of als er van baan gewisseld wordt).
Foto: de Bibliotheekcollectie in de Bushuisbibliotheek

woensdag 11 november 2009

Ben er weer!

Het is even rustig geweest op dit blog. Dat kwam omdat ik de afgelopen weken 'op vakantie' ben geweest. Eerst naar Geneve, toen 2 weken op katten passen in Amsterdam en toen nog een weekendje weg in Nederland. Tijdens de periode in Amsterdam ben ik wel gewoon naar mijn werk geweest, maar s'avonds heb ik het web maar gelaten voor wat het was. Nee.. dat kwam niet voort uit zelfbeheersing, dat kwam door 2 lieve katten die mij er vol enthousiasme aan herinnerden dat ik daar was om voor hèn te zorgen, en niet voor die computer. In ploegendienst kreeg de escapetoets kopjes, werd het scherm geknuffeld en het toetsenbord als drukpuntenmassageapparaat gebruikt.


Kater Peer na een avond hard werken

Wat er gebeurde als de computer uitging...? Dan gingen ze voldaan een dutje doen of even lekker naar buiten...

Google Scholar en Endnote!

Instructies geven is erg leuk, zo kom je nog eens onder de mensen en het blijkt daardoor toch altijd weer een mooie schat aan informatie. Zo ook vandaag, toen de begeleidende docent mij vertelde dat het mogelijk is om je literatuur in Google Scholar te exporteren naar Endnote.

Hoe?


Door een kleine aanpassing in je 'Scholar preferences'. Deze vind je naast de Googlezoekbalk.
Onderaan in je scherm kan je bij de 'Bibliography Manager' de optie 'Show links to import citations' in een bibliografische manager naar keuze (Endnote, Reference Manager etc.) selecteren.
Als je hierna weer een zoekactie uitvoert in Google Scholar zie je ook een link die je het bestand direct laat importeren.

zondag 18 oktober 2009

Open Access Week

Mijn collega van Nederlandse taal en cultuur Esther berichtte er ook al over in haar blog en uiteraard is het ook al her en der verspreid via onze website; maar de Open Access week begint morgen!

Een van de redenen om Open Access te publiceren?*

Het programma voor Roeterseiland ziet er als volgt uit:


Roeterseiland, donderdag 22 oktober 2009
08.30 - 12.00 uur; Informatiestand in de hal van gebouw A
12.30 - 13.00 uur; Lunchpresentatie in de Spilia zaal (achterin de Mensa, ook wel REC E - Economie , E003)
13.30 - 16.00 uur; Informatiestand in de hal van gebouw E

Ikzelf zal donderdagochtend onze Open Access dame Saskia vergezellen in gebouw A, en mijn collega Bjorn (Informatiespecialist Economie en Bestuurskunde) zal s'middags in gebouw E met Saskia in de Informatiestand gaan staan.

In de Bushuis bibliotheek in de binnenstad is dit het programma:

Bushuis/Oost Indisch Huis, dinsdag 27 oktober 2009
08.30 - 12.00 uur; Informatiestand in de hal van het Bushuis
12.30 - 13.00 uur; Lunchpresentatie in zaal F2.08B
13.30 - 16.00 uur; Informatiestand in de hal van het Bushuis

In de Bushuisbibliotheek zullen Geke (Informatiespecialist Communicatiewetenschappen), Agnes (Informatiespecialist Politicologie) en ik afwisselend Saskia gezelschap houden.


* this picture is only part of a Phdcomics cartoon (superbly made by Jorge Cham); the full cartoon can be viewed here.

woensdag 14 oktober 2009

Bekende psychologen en dat ene wat ze nog niet begrijpen..

Leestip! Voor degenen die hem nog niet kennen, the British Psychological Society Research Digest. Om te vieren dat ze hun 150e editie bereikt hadden, waren een aantal bekende psychologen (of eigenlijk, psychologie wetenschappers) benaderd met de vraag "Wat is dat ene ding dat je nog steeds niet begrijpt over jezelf?"

De psychologen die antwoord gaven waren o.a. Buss, Cialdini, Kosslyn, Loftus, Schwartz en Sternberg...

dinsdag 13 oktober 2009

De Huisganzen van Roeterseiland

Toen ik nog op de plek van Hans Forma zat, had ik, net als collega Judith, een mooi uitzicht op de gracht. Tegenwoordig zit ik -goed zichtbaar vanuit de bibliotheek- vlakbij de ingang van onze kamer en het raam daar kijkt uit op de coffeeshop, die trouwens ook wel zo zijn charmes heeft; zo komt er bijvoorbeeld af en toe een meneer die eerst push-ups doet voordat hij naar binnen gaat.

Maar een van de uitzichten die ik nu moet missen zijn de roeterseiland huisganzen die in een keurig rijtje van 10 langspeddelen..


zondag 11 oktober 2009

Meten is weten?... Journal Impact Factor


Veel wetenschappers zijn bekend met de Journal Impact Factor (JIF), het wordt per slot van rekening steeds meer als objectieve maat gebruikt om wetenschappelijke kwaliteit aan te duiden (visitatiecommissies, hoogleraarschap, beurzen, etc.) Maar wat is die Impact Factor nou eigenlijk en wat meet de JIF nou eigenlijk? En vooral, wat meet de JIF niet?

Strict genomen is de JIF een maat voor de kwaliteit van het gemiddelde artikel van tijdschrift X en wordt als volgt berekend (Opthof, 1997):

Het aantal citaties in jaar Y,  die het resultaat zijn van artikelen uit X, gepubliceerd in de twee jaar voor jaar Y
----------------------------------------------------------------------------------------------------
Het aantal artikelen uit tijdschrift X dat geciteerd is in jaarY

Bijvoorbeeld, als 611 artikelen (gepubliceerd in 2005 en 2006) uit tijdschrift X 4827 keer geciteerd worden in 2007, dan levert dat een Impact factor van 4827/611 = 7.9 op. Als ik de subtiele bewoording weglaat (wat vast niet helemaal mag) zou ik zeggen dat dit betekent dat een artikel uit tijdschrift X gemiddeld 7.9 keer geciteerd wordt.

Dit maakt de JIF een geschikt meetinstrument om uitspraken te kunnen doen over de kwaliteit van een tijdschrift. Maar maakt dit de JIF ook geschikt om een uitspraak te doen over een individueel artikel, wetenschapper of zelfs een hele onderzoeksgroep?

Individueel artikel: Een artikel is niet per definitie een goed artikel omdat het gepubliceerd is in een tijdschrift met een hoge JIF. Als we aannemen dat een hoge citatiescore een indicatie is van kwaliteit, en vervolgens de verdeling van het aantal citaties bekijken, blijkt dat deze niet normaal verdeeld is; de meest geciteerde helft wordt namelijk 10x vaker geciteerd dan de andere helft (Seglen, 1997). Om het heel grof te stellen; is dit zoiets als claimen dat een groep kinderen mavo-niveau heeft, terwijl in werkelijkheid de overgrote meerderheid daaronder zit, maar een paar kinderen extreem hoogbegaafd zijn.

Individuele wetenschapper: De JIF wordt wel eens gebruikt om de kwaliteit van een wetenschapper (en zijn of haar publicaties) te meten. Des te hoger de JIF's, des te beter de bedreven wetenschap. Als dit een correcte veronderstelling wat betreft de JIF is, is het redelijk om een correlatie te verwachten tussen de hoogte van de JIFs bij artikelen van deze wetenschapper en het aantal citaties dat de artikelen daarna krijgen.. toch? Fout. Analyse van dit soort gegevens laten zien dat deze correlatie er niet is (Opthof, 1997 en Seglen, 1997). 

Onderzoeksgroep: Goed.. misschien is de wetenschappelijke output van 1 wetenschapper te klein om een zichtbare correlatie tussen de JIF en het uiteindelijk aantal citaties aan te tonen... wat als we die steekproef vergroten naar een hele onderzoeksgroep? Nou.. jammer dan. Ook die vlieger gaat niet op. Zelfs op het moment dat je de steekproef vergroot naar naar een heel land, dan nog blijkt de JIF geen goede voorspeller van het aantal citaties (bijv. Turkije op het gebied van General Medicine: het gemiddeld aantal citaties verwacht op basis van de JIF van de tijdschriften: 1.3; het daadwerkelijke gemiddelde bleek: 0.3 (Braun, Glanzel & Grupp, 1996))

=> Kort gezegd is het zo dat artikelen uit een tijdschrift die veel geciteerd worden, ervoor zorgen dat het tijdschrift een hogere Impact Factor krijgt. Maar je kan dit niet zonder meer omdraaien, laat staan uitbreiden. Als A dan B impliceert geen als B dan A.. toch?

Wist u overigens dat...

dinsdag 6 oktober 2009

Balie Bushuis weg

Oke, de bibliotheekbalie (en haar personeel) in de bushuisbibliotheek is inmiddels allang naar de derde verdieping verhuisd, maar de balie zelf heeft vorige week pas het veld geruimd. Ik werk hier nog niet lang, maar zelf mij valt die enorme ruimte op als je naar links kijkt als je binnenkomt...

De geruchten gaan dat er straks fatboys komen :-D.. ik ben benieuwd..

maandag 5 oktober 2009

De Interface van Pubmed is vernieuwd

Over ongeveer 2 weken zal de interface van Pubmed aangepast worden; de Beta versie is alvast toegankelijk via http://preview.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed


Wat is er anders?
- Ten eerste is het goed om te weten dat er in principe geen functionaliteiten verloren zijn gegaan. Het zal alleen soms even zoeken zijn (je mag me altijd mailen voor hulp)
- Het gebruik maken van RSS opties is zichtbaarder en makkelijker geworden zodat op de hoogte blijven van je literatuur dat ook is.
- Als je zoekt met behulp van de searchbox op de startpagina, zijn er geen Details tab, History tab en Limits tab meer beschikbaar. Je vindt dit wel op het moment dat je op Advanced search klikt.
TIP! klik in de advanced search op # van een gedane zoekopdracht om je opdracht te combineren met een andere opdracht, of om de details te bekijken.


Op het eerste oog ziet het er gelikter uit en is het gemakkelijker te gebruiken voor drukbezette wetenschappers en artsen. Het wordt lastiger op het moment dat je literatuur aan het zoeken bent voor een Systematic Review of een Meta-analyse. Met name de tabbladen die hierboven genoemd worden zijn dan erg handig; en juist deze zijn nu lastiger om mee te werken. Dus... in dat geval is het aan te raden om gebruik te maken van Medline. Medline bevat namelijk praktisch gezien dezelfde literatuur als Pubmed (het grootste verschil wat betreft inhoud, is dat Medline literatuur pas weergeeft als deze volledig verwerkt is en voorzien is van trefwoorden etc.)

Bronnen:
Pubmed redesign is here to try (Jacqueline Limpens AMC)
Pubmed redesign - a physicians opinion (Dr Shock)
Pubmed redesign 2 (Jacqueline Limpens AMC)
NLM Technical Bulletin - Pubmed Redesign

zondag 4 oktober 2009

Frustraties met eBooks

(Uit Janneke's UBVU archief, 21 april 2009)

Vorige week kreeg ik een email van een studente met een vraag over een van onze eBooks die beschikbaar is gesteld als tentamenliteratuur via Netlibrary. Het bleek namelijk zo te zijn dat het afdrukken van de pagina's niet (gemakkelijk) ging.

Een groot gedeelte van de eBooks zijn pdf-jes die je 1 voor 1 kan afdrukken (waar ik ook niet onverdeeld enthousiast over ben) MAAR bij dit boek ging zelfs dat nog niet eens.

TIP! Voor degenen die hier wel eens tegenaan gelopen zijn, er is een relatief simpele oplossing voor; je kan namelijk een pagina zoals hieronder weergegeven wel netjes afdrukken met de toetsencombinatie Ctrl + p.

Als je je nu toch afvraagt waarom dit boek aangeschaft is; de reden daarvoor is simpel. Het duurt vaak weken voordat een papieren boek na een mailtje van een docent bij ons op de plank staat, met een beetje pech zelfs maanden. Toegang tot een ebook is binnen een paar dagen geregeld en met tentamenliteratuur is er vaak haast bij geboden.

En verder is het ook nog gewoon aftasten geblazen met eBooks. Ik vind het een mooi concept, en met tijdschriften is het prettig dat je een artikel in 1 keer af kan drukken ipv dat je de wandeling naar het hoofdgebouw moet maken. Met de eBooks zie ik dit voordeel ook wel (maar de praktijk blijkt nog niet ideaal). Wat vinden jullie?

P.s. Er is trouwens ook literatuur over dit onderwerp;

Nicholas D., Rowlands I., Clark D., Huntington P., Jamali H. R., Olle C.(2008) UK scholarly e-book usage: a landmark survey. Aslib Proceedings. 60(4), 311 - 334.

Vrij toegankelijke versies van artikelen beter gelinkt in Google Scholar

(Uit Janneke's UBVU archief, 15 december 2008)



Google (Scholar) is weer goed bezig. Jullie weten (hopelijk) wel dat als je een artikel vindt dat niet vrij toegankelijk is, je wel toegang krijgt in google als je op het bibliotheeknetwerk zit (eventueel thuis ingelogd met je VUnet-id). Maar omdat wij niet overal abonnementen op hebben, of niet iedereen die wetenschappelijke informatie zoekt werkt op een instelling als een universiteit, is het ook handig als je verwezen kan worden naar vrij toegankelijke versies van een artikel.

Via groene driehoekjes in Google Scholar kan dit tegenwoordig. Een zoektocht naar literatuur over sociale psychologie leverde bovenstaand plaatje op. De link achter het groene driehoekje verwijst je dan naar de website van Paul van Lange. Toch handig.. zeker in het licht van alle ontwikkelingen op gebied van Open Access

Bron: Wow!ter

Databank Nederlands Onderzoek Jeugd en Opvoeding

(Uit Janneke's UBVU Archief, 14 december 2008)

Het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) heeft in opdracht van het ministerie van Jeugd en Gezin de databank Nederlands Onderzoek Jeugd en Opvoeding ontwikkeld.

De databank bevat gegevens van lopend onderzoek en korte beschrijvingen van de rapportages van afgesloten onderzoek. De onderzoeken zijn afkomstig van zowel Universiteiten als van Instellingen die met kinderen en jongeren werken. De onderzoeken beslaan verschillende werkgebieden: jeugdgezondheidszorg, pedagogische basisvoorzieningen, onderwijs, opvoed- en opgroeihulp en jeugdzorg. De nadruk ligt op onderzoek naar risicofactoren, interventies, instrumenten en alles wat te maken heeft met de professionalisering van beroepskrachten die werken met kinderen en jongeren.

De databank vormt een aanvulling op de informatie over jeugdonderzoek in de Nederlandse Onderzoek Databank (NOD), waarin voornamelijk universitair onderzoek is opgenomen.

De betrouwbaarheid van Google

(Uit Janneke's UBVU archief, 14 oktober 2008)

Een tijdje geleden hadden we binnen de UBVU een discussie over de betrouwbaarheid van Google voor het gebruik van Citation tracking. Dit wordt o.a. gebruikt als een professor benoemd gaat worden (meestal m.b.v. de H-index), maar ook bijv. door wetenschappers op een meer informele manier als ze relatief onbekend zijn met een bepaald onderzoeksgebied en ze snel willen weten wie de grote spelers zijn.

De vraag was met name hoe bruikbaar de citaties zijn die je ziet in Google Scholar, t.o.v. de twee andere databases die veel gebruikt worden voor citatieanalyses; Namelijk Web of Science en Scopus van Elsevier. De informatie die deze discussie opleverde wil ik jullie niet onthouden.

- Google Scholar is gratis, de rest niet. Ik vind dat een pluspunt, Scopus is ook goed, maar daar hebben we als bibliotheek geen geld voor. Niet één database is volledig en als aanvulling (na een zoektocht in Web of science of Scopus) vind ik Google Scholar wel waardevol. Dan ben je al bekender met het vakgebied en kan je zelf kritisch de waarde van de gevonden artikelen inschatten. Voor studenten is dit misschien wat problematischer, maar een wetenschapper heeft wat mij betreft voldoende baggage in zijn koffertje om dit te kunnen. Want aan het eind van de dag bevat Google nog altijd verreweg het meeste materiaal. Geen van de drie bronnen is namelijk volledig...

- Google heeft moeite met gegevens betekenisvol te interpreteren (indexeren). Beperk je zoektocht eens tot publicaties in 2008 (wat artikelen oplevert die al 6000x geciteerd zijn). Of zoek eens binnen de advanced search op auteursnaam: "author". Er blijkt toch nog een verassend aantal mensen te bestaan die Author heten.

- Google heeft alleen beschikking tot elektronisch beschikbaar materiaal. Web of Science bevat referenties vanaf 1900. Scopus gaat officieel vanaf 1966, maar in de praktijk zijn de meeste referenties van na 1996.

- Google geeft zijn bronnen en algorithmes niet prijs. Google mag in een aantal tijdschriften niet zoeken. Zo hebben ze geen toegang tot tijdschriften van Elsevier, die een groot deel van de psychologische literatuur uitgeven. Overigens maakt ook Web of Science fouten bij het doen van citatieanalyses, maar zij zijn transparanter wat betreft het achterhalen van de fouten (Hetzelfde geldt voor Scopus)

Referenties:
Three options for citation tracking: Google Scholar, Scopus and Web of Science.(2006) Bakkalbasi N, Bauer K, Glover J, Wang L., Biomed Digit Libr. 29;3:7

Comparison of PubMed, Scopus, Web of Science, and Google Scholar: strengths and weaknesses. (2008) Falagas ME, Pitsouni EI, Malietzis GA, Pappas G. FASEB J. 22(2):338-42.

En informatie van Rene Otten, Ingrid Riphagen en Wouter Gerritsma.
Bron Plaatje: Cafepress, Brown bag designs

Mag dat? ... auteursrechten op beeld en geluid.

(Uit Janneke's UBVU archief, 30 oktober 2008)

Stel je wilt als docent een videofilm tonen tijdens een college? Mag dat? En hoe zit dat dan op een conferentie?

Of een student maakt een schitterende presentatie aan de hand van videofragmenten.. is correct refereren naar de bronnen dan voldoende? Of moet ook de makers van de film om toestemming gevraagd worden? Of als de student zelf een opname heeft gemaakt tijdens het afnemen van een experiment, moet hij of zij dan toestemming vragen aan de proefpersoon?

Antwoorden op deze vragen en meer vind je op SURF.nl.

Booleaans Puzzeltje in PsycINFO

(Uit Janneke's UBVU archief, 21 augustus 2008)

Het gebruik van AND, OR en NOT operatoren bij het zoeken van literatuur makkelijk?
Dan is het volgende scenario vast ook geen probleem.

Eva en Mieke zoeken allebei literatuur om meer informatie te vinden over onderwijs voor volwassenen. Beiden maken gebruik van de volgende zoektermen;

- Education
- Instruction
- Adults

Eva voert het volgende in bij PsycINFO (CSA):








Mieke voert dit in bij PsycINFO:








Wie vindt nu de meeste resultaten?
a) Eva
b) Mieke
c) Ze vinden evenveel resultaten

Is er wel een verschil? En zo ja, wie heeft de beste zoekactie uitgevoerd? Het antwoord plaats ik in de reacties hieronder...

Reference Manager versus Endnote

(Uit Janneke's UBVU archief, 5 augustus 2008)

Wat kan je nou het beste gebruiken? Reference Manager of Endnote? Het is een vraag die ik wel vaker krijg en er zijn wel een aantal dingen over te zeggen.

- Wat gebruiken je directe collega's? Dat klinkt triviaal, maar geloof me, als je vastzit dan is het heel erg prettig als je snel bij een collega met meer ervaring kan binnenlopen (hoewel onze digitale helpdesk natuurlijk ook altijd bereid is om te helpen, mij mailen mag natuurlijk ook altijd). Ook is dit handig als je samenwerkt. Je kan dan je digitale databases onderling uitwisselen of zelfs gebruik maken van een online versie als Refworks of Endnoteweb.

- In principe is het zo dat Reference Manager meer output styles en import filters heeft voor de Gamma en Beta wetenschappen. Dat is in ieder geval zo in de medische wereld en volgens mij geldt dit ook voor Psychologie. Bij pedagogiek weet ik dat niet zeker, zeker bij de meer historisch en of cultureel gerichte tijdschriften. Endnote doet dit weer iets beter voor de Humaniora (o.a. Letteren en Geschiedenis)

- Endnote is iets gebruiksvriendelijker. De interface is ietwat intuitiever, hoewel dat natuurlijk een kwestie van smaak blijft.

- EndNote is beschikbaar voor Macintosh gebruikers. Reference Manager kent geen Mac versie.

- Voor beiden zijn goede cursussen beschikbaar. Ik heb beide cursussen gevolgd, en mijn collega's van beide cursussen zijn inhoudsdeskundig. De cursus voor Reference manager wordt iets frequenter gegeven en er is een speciale medische variant. Ikzelf vind dat prettiger omdat de voorbeelden die gegeven worden iets dichter bij de manier van refereren in het psychologische (en een groot deel van het pedagogische) veld ligt. Maar als er veel mensen van FPP naar een Endnotebijeenkomst komen, zal mijn collega het lesmateriaal hierop aanpassen (hetzelfde geldt overigens ook voor de collega die Reference Manager geeft)

- Nog een laatste punt. De Import en Output styles. Dit gaat voor zowel Reference Manager als Endnote soms niet helemaal goed. Een mooi voorbeeld daarvan is het importeren van nederlandse achternamen (van der molen etc.). Op de UBVUwebsite staan betere filters die vrij makkelijk te installeren zijn. Als je Endnote gebruikt is het een goed idee om even hier te kijken. Voor Reference Manager kan je hier terecht.

Translate PsycINFO to Google

(Uit Janneke's UBVU archief, 21 juli 2008)


Veel studenten maken gebruik van Google als ze op zoek gaan naar literatuur voor hun thesis. Of Google daar eigenlijk wel geschikt voor is, is een discussie voor een andere keer. Maar er zijn in ieder geval enkele manieren om dit beter te doen.

Je kan, net als in PsycINFO en ERIC gebruik maken van statements als AND OR en NOT. Deze termen in bijvoorbeeld PsycINFO vertalen zich als volgt:

AND => Deze term hoef je niet te vertalen; Google combineert woorden standaard op deze manier

OR => Hiervoor gebruik je bij voorkeur | (het rechte streepje onder de backspace) omdat dit iets betrouwbaarder is, maar OR kan ook.

NOT => Hiervoor kan je het minteken (-) gebruiken. Bijvoorbeeld: autism -adolescent. Dit levert links op over autisme, zonder het woord 'adolescent'.

* Het truncatieteken => Dit gebruik je in PsycINFO als je bijvoorbeeld wilt zoeken op termen die beginnen met adolescen* (adolescents, adolescence etc.) Dit laat zich moeilijk vertalen omdat google zelf vaak al zoekt naar verschillende spellingsvormen. Op zich is dit handig, maar je bent wel de controle over je zoekactie kwijt.

Een exacte zin of woordvolgorde => Als je een zin of een stricte combinatie van woorden in PsycINFO wilt zoeken, dan hoef je hiervoor in PsycINFO niets te doen. Dat gebeurt standaard. Als je hetzelfde wilt doen in Google, maak je gebruik van haakjes ("). Attention Deficit Disorder wordt in Google "Attention Deficit Discorder". Alleen al handig als je jezelf wilt googelen maar niet geinteresseerd bent in de pagina's van je neefjes en nichtjes of andere bijna naamsgenoten.

Volgorde
=> Ook is het handig om te weten dat de volgorde van AND OR en NOT verschilt van PsycINFO. In google gaat OR voor AND, in de meeste databases (waaronder PsycINFO) is dit andersom). Bijvoorbeeld:

PsycINFO: (education OR instuction) AND Adults

vertaalt zich in Google als volgt:

education | instruction adults

Zoals jullie zien, de haakjes zijn hierdoor niet nodig. Op zich is dit handig, maar een nadeel is dat het gebruik van haakjes is google erg problematisch is, wat ingewikkeldere zoekacties vrij lastig maakt.

Uiteraard is Google scholar nog veel geschikter om wetenschappelijke literatuur te zoeken, maar daarover een andere keer meer....

When Librarians Meet Decision Making scientists

(Uit Janneke's UBVU archief, 16 juli 2008)

Vroeger hield ik me bezig met onderzoek naar besliskunde. Ik vond het dan ook erg grappig om in het ACRLblog (Association of College and Research Libraries) te lezen dat een van mijn voormalige vakgenoten een praatje heeft gehouden voor mijn huidige vakgenoten: When Librarians Meet Decision Making scientists

About Janneke

My name is Janneke Staaks and I work at the University Library of the University of Amsterdam. I’m a subject librarian for the fields: Psychology, Anthropology, Education and Child Development. I’m 33 years old and live in Amsterdam.

You can find my contact information and more over here: http://home.medewerker.uva.nl/j.p.c.staaks/

If you’d like to follow me on twitter:
@jstaaks: My personal account. I tend to twitter (in Dutch) about various topics which include the library, (e-)learning, lots of science and personal stuff.

My interests involve the subjects that I manage but also my library world and everything that goes with it. I have a soft spot for information literacy but like to expand my knowledge as far as I possibly can. The main reason why I blog is because I like using a blog as a notebook to keep track of everything I learn. Getting feedback is a bonus.